Het kon weer, al was het met moeite. Covid-testen heen-en terug, formulieren invullen om terug te kunnen naar huis (via Brussel) etc. Maar het lukte allemaal en na aankomst werd meteen werk gemaakt van het schoolgeld. Euro’s wisselen in dalasis en daarna geld tellen en in enveloppen doen.
Tellen deed onze contactpersoon, Ousman Joof, dat ging snel en dezelfde avond konden wij de eerste betalingen al doen.
Natuurlijk werden rapporten gecontroleerd en werd gekeken naar verzuim, prestaties en betalingen van alle termijnen. Met de leerlingen en hun ouders werd gesproken over de resultaten. Bij een voldoende of goed rapport bleef dat bij een gemeend compliment over inzet en doorzettingsvermogen. Een mooie balpen kregen zij als beloning.
Uiteraard waren er ook enkele slecht-nieuwsgesprekken. Als op het rapport tien keer “fail” te lezen is, is er iets mis. Na een rustig gesprek kwam de aap uit de mouw en werd een oplossing gezocht waar iedereen tenslotte tevreden mee was. De ruim honderd scholieren/studenten werden deels ontvangen in een klaslokaal van de school in Bakoteh waar we altijd welkom zijn.
Een andere groep leerlingen ontvingen wij in een compound van een familie in Brikama (een vaste traditie). Andere scholieren kwamen naar de compound van Ousman, altijd vergezeld door vader of moeder.
Aan alle mensen, waarmee we contact hadden, werden mondmaskers uitgereikt, uiteraard droegen wij die zelf ook. Al lijkt het Covidprobleem in Gambia minder erg dan dat wij het hier kennen. Uiteraard krijgen alle sponsoren bericht over de schoolresultaten van hun kind, meestal met een foto. Helaas zijn enkele foto’s mislukt of erg donker !! Het opladen van een mobiele telefoon lukte niet altijd omdat de stroom vaak langdurig uitviel en daarom was foto’s maken soms onmogelijk. Al met al was het een intensief karwei, tot de avond voor mijn vertrek werd nog schoolgeld betaald.
Bouw van een klaslokaal in Medina Sotokoi.
Ondanks regenbuien en tussendoor een temperatuur van 35 graden werd de reis naar de school in het dorp Medina Sotokoi (achter Barra) begonnen. Eerst naar de haven van Banjul om met de ferry de Gambia rivier over te steken. Een mooi avontuur op een overvolle pont. Dan vanuit Barra, waar de oude nederlandse ferry aanlegt naar het dorp, waar Ousman al het voorwerk deed om een klaslokaal te kunnen bouwen.
De school heeft niet alleen kinderen uit het dorp, maar ook kinderen uit omliggende dorpjes maken er gebruik van. Het is een school gebouwd op initiatief van de dorpelingen zelf, een community-school en dus geen overheid-school. Vanwege het drukke verkeer op de doorgaande weg, waar eerder ernstige ongelukken voorkwamen, werd de school opgericht.
Een van de dorpelingen en een onderwijzer zette zich daarvoor in en dat resulteeerde in een school die nu 225 leerlingen telt. Dit verdeelt over drie klassen nursery- en drie klassen primary school. Nu de kinderen van de derde klas naar de vierde klas overgingen was het geld op en was een nieuw klaslokaal verder weg dan ooit. Dankzij een donatie van de Frits Schrouff stichting kon toch worden begonnen met een nieuw klaslokaal.
Bij aankomst stonden alle scholieren, in hun schooluniform, maar vaak op blote voeten klaar om ons te verwelkomen met een mooi lied. Ook de onderwijzers waren aanwezig. De headmaster hield een korte toespraak waarna de school kon worden bezichtigd, evenals de schooltuin, de watervoorziening en het toiletgebouw (dat wel aan een upgrade toe was…). Intussen werden het schooldak en het dak van een bijgebouwtje gerepareerd. De eerste storm van het regenseizoen, die in Gambia veel schade veroorzaakte, zorgde hier voor veel overlast aan het aluminium dak en een scheefgezakte muur. Ook dat kon worden gerepareerd en betaald.
Er wachtte toch een verrassing… Ousman Joof merkte dat inwoners van het dorp een totaal onbekende stamtaal spraken. Hij kon er geen touw aan vast knopen, dus kregen wij uitleg over het ontstaan van het dorp decennia geleden. De stamtaal die de inwoners onderling spreken is “Turka”, de mensen zijn Turka’s en vormen een kleine minderheid in Gambia. Er zijn maar enkele Gambianen die het bestaan van de stam kennen. Oorspronkelijk zijn zij afkomstig uit Burkina Fasso en uiteindelijk in Gambia beland.
Wat ons wel duidelijk werd was dat de inwoners van het dorp het niet breed hadden. Wij zagen het aan de kinderen, aan de compounds en hoorden de verhalen van de dorpsbewoners. Hun enige middel van bestaan zijn hun tuinen. Pompoenen, pinda’s, okras, aubergines, meloenen, zoete aardappels en cassave zijn de producten die zij verbouwen. Van de opbrengst van de tuinen leven de mensen, zolang er water is gaan zij door met zaaien en poten en de waterpomp van de school helpt om de tuinen te bewateren in het droge seizoen.
Uiteraard lieten wij het geld voor de eerste bouwfase achter en de dag erna werd al begonnen met het maken van betonblokken en nu, na twee weken, zijn de betonblokken klaar, de funderingen gelegd en is met de bouw van de muren begonnen. Men verwacht rond de jaarwisseling met de bouw klaar te zijn. Intussen doen wij ons best om ook het geld voor het maken van het schoolmeubilair bijeen te krijgen. Een smid en een timmerman hebben wij al….